GERED OM TE REDDEN
(verslag van vijf mannenontbijten door Piet van der
Tuuk)
Inhoud:
1. | Voorwoord: Hoezo ‘gered om te redden?’ | |
2. | Inleiding | |
3.1 | Jan Bramer: God wil ons zegenen | |
3.2 | Toon Van trier: In de vreemde ontmoette ik God | |
3.3 | Rein Berghuis: Gered om te redden | |
3.4 | Arjan Roth: Zoek je mij wel? Weet je wel wie Ik ben? | |
3.5 | Trees van ‘t Foort: Op reis van oost, naar zuid, naar noord | |
4. | Nawoord | |
5. | Adressen – Colofon |
1. Hoezo ‘gered om te redden’?
Jaren terug tijdens een bijbelstudie stelde een meisje mij eens deze vraag: ‘Waarom gaan mensen die christen worden eigenlijk niet gelijk dood en naar de hemel?’ En zij voegde er aan toe: dan kunnen ze niet meer zondigen en het zou voor veel mensen ook een stuk makkelijker zijn dan al dat lijden hier op aarde’.
Er werd even raar gekeken en wat gelachen om deze vraag, maar het gesprek werd wel ineens een stuk levendiger en we werden geconfronteerd met de vraag:
‘Waarom zijn christenen hier op aarde?’
Na bestudering van de bijbel en een stevige discussie, kwamen we (natuurlijk?!) tot de conclusie dat God
christenen wil gebruiken om andere mensen te vertellen dat er eeuwig leven mogelijk is door het geloof in de Here Jezus.
Juist christenen omdat zij iets hebben wat de andere mensen niet hebben, want zij zijn namelijk gered uit de wereld van de duisternis (het koninkrijk van satan) en overgegaan naar de wereld van het licht (het Koninkrijk van God).
Hier moest ik aan denken toen we een thema zochten voor de eerste vijf mannenontbijten van 2002. Voelen wij ons gered om te redden? Of zoals ons ‘brunchthema’ zegt: gere(e)d om te redden? Als ik naar mezelf en om me heen kijk, dan zie ik dat we dikwijls bij elkaar kruipen en kerkje spelen in plaats van er op uit te trekken om het Evangelie te verkondigen en mensen te ‘redden’.
Maar ook in onze familie, vrienden, kennissenkring en op het werk is het niet altijd even gemakkelijk om uit je schulp te kruipen en een getuige en voorbeeld te zijn als christen.
Daarom vonden we het een goed idee om dit thema op de mannenontbijten van verschillende kanten te belichten. Van pinksterbroeder - evangelist tot Gereformeerd Vrijgemaakte predikant kwamen ze langs en we hebben er van genoten en .... wat eigenlijk veel belangrijker is: we hebben er van geleerd.
Ik hoop en bid dat u na het lezen van deze studies, c.q. getuigenissen, net zo enthousiast zult zijn als de vele mannen die dit gehoord hebben op de maandelijkse ontbijten. En misschien wilt u zelf wel eens komen kijken op zo’n mannenontbijt, dan bent u uiteraard van harte uitgenodigd.
Mijn gebed is dat u na het lezen van dit boekje ‘gereed zult zijn om te
redden’.
Verbonden in Hem die ons geroepen heeft, Cor v. d. Weijden
2. Inleiding
Maandelijks komen oudere- en jongere mannen uit Twente al vroeg in de ochtend bij elkaar om gezamenlijk te eten, elkaar te ontmoeten, te bidden en te luisteren naar een inleider.
Maandelijks is er een spreker: een voorganger, een oudste, een evangelist of gewoon een gemeentelid, die de luisteraars wil motiveren, inspireren om te getuigen van Jezus.
Wim Bootsma, die samen met Cor van der Weijden deze Mannenonbijten organiseert, zegt het heel treffend:
‘Het Twentsch Mannenontbijt beoogt mannen vanuit verschillende kerken in Twente regelmatig bij elkaar te brengen om samen te putten uit de Bron – Christus Jezus -de Opgestane, om van daaruit geïnspireerd en tot lof Zijner heerlijkheid onze plaats weer in te nemen in onze eigen kerk, in ons eigen gezin, ons werk, onze samenleving als getuigen van Christus in deze wereld’.
Het Twentsche Mannenonbijt heeft voor het voorjaar van 2002 het thema ‘Gered om te redden’ in haar vaandel staan. Op 19 januari van het nieuwe jaar doet Jan Bramer – trouwe bezoeker van het Mannenontbijt de afrap. Hij is oudste van de Volle Evangelie Gemeente in Enschede. Jan Bramer wordt opgevolgd door de evangelist Toon van Trier (16 februari).
De derde spreker in de rij is Rein Berghuis, oudste van de Evangelische Gemeente in Enschede ( 16 maart). Berghuis schetst drie situaties – Mozes, Jezus en wij - waarin het thema volledig tot zijn doel komt.
Op het Mannenonbijt van 20 april spreekt Arjan Roth – lid van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt. Hij doet verslag van zijn zoektocht naar God.
Het Mannenontbijt, die vijf keer het thema ‘Gered om te redden’ benadrukt, wordt afgesloten met een Brunch – een ontbijt van mannen en (hun) vrouwen op zaterdag 25 mei. Deze laatste bijeenkomt van deze serie wordt geleid door predikantsvrouw Trees van ’t Foort.
Enschede: voorjaar 2002.
Piet van der Tuuk
3.1. Jan Bramer: ‘God wil ons zegenen!’
Gered om te redden. De boodschap is duidelijk, maar hoe en waarom doe je het? We zijn gered, maar waaruit blijkt dat?; zijn we enthousiaste mensen?; zijn we bezig om de ander te raken, opdat ze ook gered worden?; wat is jouw verhaal? Voordat Jan gaat spreken laat hij de aanwezige mannen met elkaar van gedachten wisselen
Opdracht 1 - Waarin geloof je, wat is het geheim dat je koestert?
De verschillende groepen krijgen ongeveer vijftien minuten te tijd om met elkaar van gedachten te wisselen. Enkele reacties:
ik heb jaren gezocht. Op mijn 21 kom ik tot geloof, vanaf die tijd wordt mijn leven door Hem bepaald
ik heb ontdekt dat niets in het leven zeker is: je baan niet, gezondheid kan Anders uitpakken, maar alleen Jezus is zeker
Hij is mijn enige houvast in mijn leven, ik mag eerlijk zijn en Hem vertegenwoordigen op aarde
Jan: ‘God wil ons zegenen’, laten we de bijbel openen bij psalm 67. God zegent ons, maar Hij doet dat met een speciaal doel: ‘opdat men op aarde uw weg kenne (vs 3); dat de volkeren u loven o God (vs 4 en 6); dat de naties zich verheugen en jubelen (vs 5); opdat de einden der aarde Hem vrezen’ (vs 8).
God wil zegenen. Dat is Zijn aard. Hij - de soevereine God - kiest mensen uit:
Abraham, Mozes, Jezus, de gemeente. Waarom? Om tot zijn doel met mensen te komen.
De spreker komt met drie bijbelse voorbeelden:
Het prachtige verhaal van Rachab aan. Zij redde het volk Israël en het gevolg was dat zij met haar huis ook gered werd.
De koningin van Scheba. Wat werd ze gezegend.
Paulus werd gezegend en ontdekte de veelkleurige wijsheid.
Opdracht 2 - ‘Waarin heeft God jouw persoonlijk gezegend?
Jan verzoekt ons opnieuw om elkaar te vertellen, waarin we persoonlijk gezegend zijn.
Ook nu weer enkele reacties:
het is een zegen dat we hier zijn
God heeft mij gezegend in mijn gezin: ze kennen allen de Heer
de Heer geeft alles wat je nodig hebt
een grote zegen is de belofte van een eeuwig leven
Jan Bramer: de Heer wil ons zegenen, Hij geeft ons hele persoonlijke zegeningen. Waarom?
Hij wil dat we uitdelers zijn. Hij wil dat we de ander zegenen. Maar je moet het wel willen. De bijbel leert: ‘Heb je naaste lief…’, breng in praktijk wat we van God hebben ontvangen en wees dankbaar. Jan is zichtbaar bewogen met mensen. ‘Bedenk wel dat mensen zonder God’, - de Vader niet kennen,
Jezus een onbekende blijft,
geen vergeving kennen
een huisgezin met broers en zusters missen
afgesneden zijn van de Bron
Daarom wil God ons zegenen opdat Hij bekend gaat worden bij ander mensen.
Belemmeringen.
Maar, zeggen we: ik doe zelf heel veel fout; ik ben angstig; ik ben niet radicaal genoeg. Met ander woorden, wij zijn mensen met fouten, we zijn zondig. Dat is waar! Toch zoekt God echte mensen die, midden in de wereld staan en Hem zichtbaar willen maken in hun omgeving. De spreker moedigt ons aan en zegt: iedereen, maar ook jij bent nodig, een onmisbare schakel; voldoe aan de opdracht: wees mijn getuige, vertel je getuigenis. Hij heeft jouw gered om de ander te redden.
Jan geeft tenslotte een paar goede adviezen:
lees je Bijbel.
laat het woord dat je leest als een heel speciaal woord voor jou zijn.
laat je vertroosten, anders ben je zelf niet in staat de ander te troosten
erken dat je getroost wilt worden.
deel wezenlijke dingen met elkaar, meer dan leerstellige zaken
Jan: ‘Wees een ambassadeur van God, vertegenwoordig Hem in jouw plaats, jouw straat. Laat je reinigen door het Woord van God. Hij houdt van je niet om wat je doet of nalaat, maar om wie je bent’.
3.2 Toon van Trier: In de vreemde ontmoette ik God
Toon is opgeroeid in een kerkelijk milieu, maar de kerk had een negatieve klank bij hem. De rode draad in al zijn verhalen is het feit dat men daar in de vreemde met Toon sprak over de Heer en niet over de kerk’!
Toon heeft enkele bijzondere ervaringen opgedaan in een aantal plaatsen: hij ontmoette een christen chauffeur in Los Angeles, in Marokko leerde hij God kennen, een bijzondere ervaring in een pub in Londen en in Hengelo geeft een spotter zich over aan Jezus.
Tijdens de toespraak betoont Van Trier zich als een man met emoties. Hij is écht bewogen met de mens zonder God. ‘Ook Jezus was met innerlijke ontferming bewogen. Hij krijgt de mens lief’. Hij laat zich leiden door een tekst uit 2 Cor. 9: 6 - 15.
‘Een Christen heeft zaaisel, brood nodig. En dat niet alleen voor zichzelf, maar ook om uit te delen aan de ander, aan de hongerige. En God geeft volop’. Toon vertelt dat de Heer het zaaisel vermeerdert (10); God voorziet (8), hij deelt uit ( 9), hij schenkt (8) en verschaft (10), ja Hij verrijkt.(11). Wat een God hebben wij. ‘Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave.’
(15).
De inleider gaat door en zegt: ‘God geeft alles wat je nodig hebt, maar als je als leidinggevende voortdurend uitdeelt, dan is de mogelijkheid aanwezig dat je vermoeid raakt;
Soms kun je even niet geven, niet uitdelen’. We onvangen de tip om de nabijheid van God te zoeken en ons opnieuw te laten aanraken. ‘Zorg voor een blijvende kinderlijke frisheid’.
Los Angeles
Toon heeft een tijd in Amerika gewoond in Los Angeles om precies te zijn. Daar wordt hij op straat aangesproken door een wildvreemde man. ‘Meneer, mag ik met u over Jezus spreken?’
Toon: ‘Het kwam een beetje rauw op mijn dak, maar ik ging erop in. Wat ik als heel bijzonder heb ervaren was, dat de vreemdeling het niet had over de kerk, maar over de Heer van de kerk. Hoewel ik het erg vreemd vond, het woord van God was gezaaid’. De spreker voegt er aan toe: ‘laten we dit goed bedenken: het woord van God is een woord ten leven of ten dode’.
Een tijd later zit ik als enige in de bus. ‘Ik ben de laatste passagier en ik kom met de opgewekte chauffeur aan de praat. Al gauw blijkt dat het een Christen is. De Amerikaan getuigt na een vraag van Toon: ‘Yes, I am Glad. I know the Lord’.
‘Ik herinner me niets meer van het gesprek, behalve hoe hij van zijn Heer getuigde’.
Marokko
In Noord-Afrika heeft God op een speciale manier in het leven van de evangelist gewerkt. Daar in een vallei heeft Toon tot God geroepen. Hij heeft diverse keren gehoord, dat Jezus werkelijk luistert als je tot Hem roept. Met gebogen knieën roept hij tot God. Toon:
‘Ik weet niet of u er bent maar als u er bent, kom dan ik mijn leven..’ Als hij later
thuis komt, is daar een Engels sprekende dame, die mij verwachtingsvol aankijkt en vraagt: ‘Are you a Christian?’ Ik antwoord volmondig: ‘YES I am a Christian’.
Londen
Toon loopt op een dag een typische Engelse bar binnen en zoekt een plaatsje in de overvolle bar. Na een poosje ziet hij een plaats. Hij gaat tegenover een vrouw zitten. Die vrouw - een christin blijkt later, heeft in deze bewuste pub biddend een plaats gezocht. ‘Heer laat mij vandaag met minstens een persoon over het evangelie spreken’. Toon: ‘uitgerekend mij vraagt deze vrouw, meneer, kent u de Heer?’ Ook nu gaf ik een positief antwoord: ‘YES I am a Christian’.
Hengelo
Toon vertelt vol vuur over de geschiedenis van Henk Kempers. ‘Deze Hengeloër, ook wel Bigfoot genoemd, was een spotter. Op een dag raak ik met deze man in gesprek. En vol liefde vertel ik hem, dat hij Jezus nodig heeft’…’ Hier blijft het niet bij. Ik ontdek dat hij het echt meent. En dan mag ik met deze man bidden. Het wonder gebeurt dat deze stoere spotter zijn leven overgeeft in de handen van de Heer.’
Tenslotte geeft Toon van Trier nog een paar waardevolle tips:
geloof het Woord van God
geloof niet in de omstandigheden
bidt om de frisheiddenk klein over jezelf, maar denk groot over God
3.3 Rein Berghuis: Gered om te redden.
In het kader van het thema deelt Rein drie situaties met ons. Achtereenvolgens komen Mozes, Jezus en wijzelf aan de beurt.
1. Mozes
In de eerste plaats spreekt Rein over Mozes. In een verschrikkelijke tijd wordt Mozes geboren. Het volk Israël verblijft als slaven in het land Egypte. Farao is bang voor het volk en laat alle jongens onder de twee jaar in de Nijl gooien. Farao is de personificatie van satan. De boze heeft een doel. Het dwarsbomen van Gods plannen door het volk van Israël uit te roeien.
God grijpt in. Mozes wordt niet verdronken, maar door de dochter van de Farao opgevoed als haar eigen zoon. Mozes wordt gered om uiteindelijk het volk van God te redden van de macht van de Farao. In het plan van God moet Mozes het volk uit het land Egypte uitleiden en bevrijden van de onderdrukking. Maar de Godsman stribbelt tegen: ‘wie ben ik dat ik naar de Farao zal gaan….’ en andere tegenwerpingen. Uiteindelijk zegt hij tegen God: ‘ik ben ongeschikt, stuur maar iemands anders’. God komt Mozes tegemoet door Aäron mee te laten gaan. Mozes krijgt een helper. Uiteindelijk wordt de zachtmoedige Mozes gered om veel later in staat te zijn een heel volk te redden van de macht van de Farao.
2. Jezus
De Here Jezus is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. Dat is de opdracht van de Heiland. Er zijn overeenkomsten met Mozes. Evenals deze leider worden alle jongens van twee jaar en jonger door Herodus om het leven gebracht. Alle jongens in Bethlehem moeten worden gedood. Herodus is bang dat hij afgezet zal worden. Hij is evenals de Farao de personificatie van de satan.
Ook nu grijpt God in: in een droom wordt aan Jozef bekend gemaakt dat ze moeten vluchten. Jezus wordt gered uit handen van de kindermoordernaar Herodus. Jezus wordt gered om te redden. Als Jezus gedoopt wordt is er een stem uit de hemel, die zegt: deze is mijn geliefde zoon, luister naar Hem. Dan begint de bediening van Jezus. Hij heeft dezelfde opdracht als Mozes, maar in plaats van diverse tegenwerpingen, zegt Hij: ‘Vader ik ben gekomen om Uw Wil te doen, zend Mij.’
3. Wij
De Bijbel zegt onomwonden dat we gered zijn uit de klauwen van satan. Hij is gekomen om te verdelgen. Door de zonde is de weg naar God afgesneden. De mens is geestelijk dood.
God grijpt opnieuw in. Hij komt met zijn reddende boodschap: ‘opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe…’ (Joh.3:16) Ook nu heeft de boze geen kans meer. We zijn gered - uit de duisternis in het licht. De opdracht: ‘Gij zult mijn getuigen zijn.’ houdt Jezus ons voor. We zijn gered, maar we hebben nu ook een doel: de ander opzoeken en wijzen op de grote redder: Jezus Christus.
Evenals Mozes en Jezus ontvangen wij een helper. Bij Mozes is dat Aäron; bij Jezus de Vader en wij ontvangen de Heilige Geest, die altijd aanwezig is en waar we altijd een beroep op kunnen doen.
Rein Berghuis eindigt zijn betoog met de 5 G’s. Later worden er nog twee aan toegevoegd:
gered, geroepen, gehoorzamen, getuigen en Geest (geloven en genade)
Gered: als je gelooft dat Jezus voor jou is gestorven ben je gered.
Geroepen: de opdracht is: verkondig het evangelie
Gehoorzamen: doen wat de Heer van je vraagt; ongehoorzaamheid is rebellie
Getuigen: vertel dat je gered bent; vertel dat Gods Zoon gekomen is voor allen
Geest: we hebben een Helper, groot van kracht.
Oproep:
Waarom merken wij er zo weinig van? Wordt het niet een keer tijd dat we echt om God roepen, zodat Hij ons kan vervullen met zijn Geest.
3.4 Arjan Roth: Zoek je Mij wel? Weet je wel wie IK ben?
1. Persoonlijk getuigenis
Ik ben geen predikant, geen ouderling, maar een gewoon gemeentelid en lid van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, zo begint hij zijn toespraak. Opgegroeid in een christelijk gezin en het evangelie is zoals het populair wordt gezegd mij met de paplepel ingegoten. Ik ben altijd een gedreven man geweest en deed veel aan bijbelstudie. Ik was ervan overtuigd dat ik het anderen moest vertellen en dat ze naar onze kerk zouden moeten komen. Ondanks dat ik zeer enthousiast en actief in de gemeente bezig was, liep ik met mijn geloof vast. De praktijk was anders. Ik werd teleurgesteld en dat resulteerde in het feit dat ik langzamerhand geen hoop meer had. Het was verschrikkelijk, want ik leefde nu in voortdurende angst. Ik wilde niet verder. Ik was boos. Boos op God!
Op een dag - tijdens een wandeling - ontmoet Arjan zijn God.
Arjan: ‘Er komt een vraag in mij op: Zoek je Mij wel, weet je wel wie IK ben?’ Deze vraag heeft mij niet meer losgelaten en verandert mijn instelling, mijn houding, mijn leven’. Op mijn zoektocht ontdek ik, dat de leden van de gemeente elkaar hard nodig hebben. En dat de leer van de apostelen - het woord van God - boven de (na)geschreven belijdenis van de kerk staat. Arjan: ‘Ik weet het nu zeker, dat God een speciale plaats voor mij heeft in deze gemeente’
De spreker laat ons kennis maken met een aantal veranderingen zijn leven:
1. ‘Mijn Vaderbeeld is totaal veranderd. Ik zie nu een liefhebbende Vader die zijn Zoon heeft gezonden om onze zonden te vergeven; ik heb ontdekt dat God mij accepteert mij zoals ik ben. Ik mag er zijn’.
2. De kritiek op mensen, verdwijnt; ik leer van hen houden, zelfs van mensen buiten de kerk. De Vader heeft immers allen lief.
3. Ik heb geleerd dat het alleen om Jezus gaat
Arjan besluit zijn getuigenis met de woorden: ‘jammer dat we allemaal naar verschillende kerken gaan’.
2. Gered om te redden
Na het persoonlijk getuigenis begint Arjan met het uiteindelijke doel: Gered om te redden. Hij leest met ons uit het Johannes evangelie het 4e hoofdstuk vers 31 -38. De gelijkenis van de zaaier spreekt hem erg aan. Gered om te redden betekent eigenlijk zaaien: het evangelie moet worden gezaaid, maar er is méér: er moet ook worden gemaaid en geoogst.
Twee bijzondere uitspraken om over na te denken:
bij het zaaien wordt het zaad weggeworpen, de beweging is van ons af
bij het maaien wordt de oogst binnen gehaald, de beweging is naar ons toe
De spreker komt tot de volgende conclusie: het thema ‘Gered om te redden’ betekent: het zaaien van het zaad om uiteindelijk gemaaid te worden. Het gaat niet om het zaaien, hoe belangrijk ook, het gaat om het binnenhalen van de oogst en het resultaat van de oogst is voor God! Laten we nooit denken dat het onze actie is, maar God, die door ons heen werkt. In vs 38 worden we opgeroepen om te bidden voor arbeiders, die moeten worden uitgezonden in Zijn oogst.
Mattheus 9: 35 -38. We leren van Jezus, dat Hij oog heeft voor de mens. Hij heeft ze lief en is met ontferming over hen bewogen: de mensen worden voortgejaagd, afgemat en ze zijn aan hun lot overgeleverd, en het belangrijkste is: ze hebben geen herder. In dit gedeelte is ook sprake van maaien en oogsten. De Heer zegt tegen zijn volgelingen: ‘de oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst’ (vs 38). Volgens Arjan zijn er twee groepen, die tot de zoekende generatie van deze tijd behoren: de jeugd en de ouderen.
De inleider nadert het eind van zijn toespraak. Hij besluit met twee teksten:
Jezus zeide tot hen: ‘Mijn spijze is de wil doen van Hem, die Mij gezonden heeft’ (Joh. 4: 34) en
‘Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort’ (Joh 12: 24)
‘Zeven jaar heb ik gezocht en vervolgens mijn wil ondergeschikt gemaakt aan Zijn wil’, besluit Arjan zijn ‘verhaal’. ‘Laten we doen wat Jezus zegt en bidden om arbeiders om de verkondiging van het evangelie mogelijk te maken’.
3.5 Trees van ‘t Foort: Op reis van oost naar zuid, van zuid naar noord.
Samen met haar man Linus van ‘t Foort dient Trees de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt in Enschede. Zij besluit de vijfdelige serie ‘Gered om te redden’.
Op een heldere boeiende manier vertelt ze over hun reizen en werk in Indonesië, Zuid-Afrika en Nederland.
Kalimantan
Op de heenreis naar Kalimantan (voorheen Borneo) raken we tijdens de vliegreis in gesprek met een man, die verwachtingsvol naar ons gezin kijkt.Trees: 'Hij dacht vast en zeker, dat we een belangrijke functie bij de Shell gingen vervullen’.
Zichtbaar schrikt de man als wij vertellen, dat we zendelingen zijn en dat we de bewoners van het eiland de blijde boodschap van Jezus willen
brengen. ‘Nee toch...dat doe je toch niet!!.. Gelukkige mensen ongelukkig maken’.
'En dat was nou juist wat Linus en ik wilden: de mensen over Jezus vertellen’.
In de plaatselijk gemeente richt Trees zich vooral op de vrouwen, terwijl Linus zich meer bezig houdt met kerkelijke zaken: preek voorbereiden, ’t preken zelf, bezoekjes afleggen e.d. Trees: '
We kwamen in een gebied waar het zaad al was gezaaid. De bestaande gemeente vroegen ons feitelijk om versterking. Bovendien kwam uit een naburig dorp het verzoek ‘Kom bij ons, wij willen graag over Jezus horen?’
Na verloop van tijd moeten we vertrekken: de verblijfsvergunning is ten einde, de visums worden niet verlengd.
Zuid- Afrika
Tijdens onze bediening in dit grote land kwamen velen tot geloof. Hun levens veranderden. Ze hoefden niet meer bang te zijn voor de geesten, ze leerden op Jezus te vertrouwen. Wat we van de Zuid-Afrikaan hebben geleerd is het gebruik van Jezus’ naam. Ze gebruiken zijn naam bij alle zaken van het leven, terwijl wij de naam van de Heer weinig uitspreken.
Trees: 'Er zijn kleurlingen die heel erg negatief over zich zelf denken. ‘We zijn waardeloos, we horen nergens bij’, denken ze. Als iemand uit deze nominatie de Heer leert kennen, beseft hij dat hij waardevol is. Hij is een parel in Gods hand.
Nederland
Linus en ik werken nu in een gevestigde kerk in Enschede. Nu zoeken we samen met de leden van gemeente naar wegen om Jezus te volgen. Maar hoe doe je dat? Hoe ga je samen met elkaar tegen de stroom in?
Daar heb je geloof voor nodig, maar wat is geloof? Hoe doe je Gods wil? Vragen, vragen, vragen. De Heidelbergse Catechismus zegt het zo:
‘Geloven is zeker weten en een vast vertrouwen’. Anderen zullen het anders verwoorden. We moeten Christus radicaal navolgen, en wees dan navolgers van God, en wandelt in de liefde zoals ook Christus u heeft liefgehad. ( ). Blijf met volharding de wedloop lopen en laat ons oog alleen gericht zijn op Christus. (Hebr. 12 : 1 en 2). Vestig uw hoop volkomen op de genade die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. (1Petr.1 : 13).
Trees vervolgt met de uitspraak: 'Christen zijn of Christen worden is voor beide partijen een cultuurschok. Je leven komt op de kop te staan'.
Ze gaat in gedachten even terug naat Kalimantan en Zuid- Afrika.
‘Mensen in Kalimantan Barat en Zuid-Afrika moeten afleren om meteen naar de toverpriester te rennen bij ziekte of rampen. Alle zorgen en vreugden moeten ze nu bij de Here neerleggen. Als je altijd een zichtbare priester in de buurt hebt gehad en nu in gebed gaat tot een onzichtbare God…wat een cultuurshock!!!’.
Dat geldt volgens Trees ook voor Nederland met al zijn gevestigde kerken. Er wordt veel in de kerk gepraat en georganiseerd. Helaas zonder Jezus er in te betrekken. Er zitten mensen in de kerk, maar Jezus is ver weg. Laten we onszelf voortdurend afvragen wat zou Jezus doen? Wil je Jezus volgen? ‘dan zul je eerst moeten ontdekken dat geloven het navolgen van Jezus is’, houdt Trees de luisteraars voor.
Tenslotte
‘Doordat Jezus alles heeft volbracht, kan ons leven veranderen'. Jij wordt niet gered door te leven zoals Jezus. Nee, je
bent gered op grond van je geloof. Pas als je dat hebt ontdekt, zal je leven veranderen. De Bijbel zegt dat de kracht van God dan pas ten volle in ons openbaar zal worden’.
4. Nawoord
TWENTS mannenontbijt
In feite zou de je
het Twentsch mannenontbijt bij dag en dauw moeten houden bij de molen van Belts
in Vasse om maar een dwarsstraat te noemen.
Een prachtig natuurgebied; Twente ten voeten uit. Maar het accent van het
Twentsch mannenontbijt ligt niet op Twente; meer op het mannenontbijt. En wat
voor mannenontbijt?!!
Neem nu de afgelopen periode van januari t/m mei 2002: vier mannenontbijten,
elke derde zaterdagochtend van de maand, afgesloten met een brunch voor mannen
en vrouwen(!) Het thema van deze serie was "Gered om te redden",
telkens vanuit een andere invalshoek belicht.
Of wat dacht u van de komende periode van september t/m december 2002: een
drietal mannenontbijten, ook weer elke derde zaterdag van de maand, maar nu met
het thema "Geestelijke strijd". Zware kost dus op de nuchtere maag!
Wie weet, sluiten we ooit nog eens met een brunch af in de molen van Belts te
Vasse, de watermolen van Singraven of op Sharon in Denekamp.
5. Adressen – colofon
Hoop voor Twente!
Afgelopen tijd heb ik mijn adressen bestand eens opgeschoond. Daarin
staan naast veel postadressen waar de postbode mee overweg kan ook veel
e-mail adressen. Een paar mooie zijn: [email protected] of
ewkh@godisliefde. Waarom zo vraag ik me af hebben we geen straatnamen
als: De God is Liefde laan (i.p.v. Marskant) of Levend Zoutweg (i.p.v.
PC Hooftlaan). Zijn we als Nederlandse christenen te ingeslapen om
hiervoor aandacht te vragen? Waarschijnlijk past dit niet binnen de
huidige cultuur van 'iedereen moet een plekje hebben' en 'je mag elkaar
niet voor de kop stoten'. Om deze cultuur te doorbreken en ook om de
inwoners van Hengelo weer te verrassen met het goede nieuws van Jezus
Christus heeft de EWKH op 30 april komend jaar weer een sprankelend
programma. Christenen uit verschillende gemeenten in Hengelo zullen
enthousiast bezig gaan om Gods goede evangelie te vertellen door middel
van kinderevangelisatie. Ik hoop dat we ook u mogen verwelkomen. Is het
niet als medewerker dan wel als bezoeker of met financiële ondersteuning.
De EWKH staat voor: Evangelisatie Werkgroep van Kerken in Hengelo. Deze
werkgroep heeft als doel het in kaart brengen, coördineren en stimuleren
van bestaande evangelisatie activiteiten georganiseerd door de diverse
participerende gemeenten.In samenwerking met de participerende gemeenten
organiseren we activiteiten waarbij een gemeenschappelijk optreden
duidelijke meerwaarde heeft. mocht u interresse hebben in ons
beleidsplan dan kunt u contact opnemen met:
Bas Rietkerk
secr. EWKH
B. Nooystraat 49
7558 TD Hengelo
([email protected])